In onze huiskamer, in een hoek waar nooit direct zonlicht komt, staat al een flinke poos een glazen “fles” die voor isopods wordt gebruikt.
In eerste instantie hebben er Cubaris sp. “panda king” in gezeten. Deze deden het goed maar zijn toch, na een goede voortplanting-spurt, eind 2021 naar zolder verhuisd (waar ze het ook prima doen).
Ik heb er een paar weken later 13 jonge Armadillidium vulgare ‘magic potion’ in gezet. Gewoon om eens te kijken hoe zij het zouden doen. De fles is op het weidste punt 30 cm in doorsnee en ik heb er toen een laag van zo’n 15 cm van het door mij samengestelde substraat in gedaan.
Aan de achterkant werd een groot stuk steen rechtop gezet om een beetje diepte in de bak te krijgen. Verder stonden/lagen er vijf stukken Cholla cactus hout in, wat stukjes schors, sepia, witrot hout en bladeren.
De eerste paar maanden zag ik zo nu en dan een paar exemplaren rondscharrelen. De kleine beetjes voer die ik ze gaf verdwenen dus ik ging er van uit dat het wel goed ging.
In mei 2022, ben ik ze iets meer gaan observeren. Het was me namelijk opgevallen dat ik eigenlijk altijd wat van die kleine sneeuwballetjes zag in de fles. Ik voerde ze tamelijk veel in die tijd: ze waren een beetje mijn proefkonijnen v.w.b. voedsel. Van veel, van de door onszelf gegeten, groente verdween een stukje in de ‘magic potion-fles’. En er was niet veel dat ze niet opaten. Heb het helaas niet precies bijgehouden, maar in ieder geval aten ze probleemloos sperzieboon, bloemkool, broccoli, appel, peer, peterselie, koriander, gekookte rijst, rauwe- en gekookte aardappel, druif, sla, varenblad, Phacellia tanacetifolia (zie blog over Calcium), paardenbloem (bloem, blad en steel), madeliefjes (steel en bloem), rozenblaadjes, etc.
Begin augustus 2022 waren er altijd zo’n 30 – 40 exemplaren zichtbaar en wanneer er gevoerd werd nog veel meer. Ik vond het zo langzaamaan tijd om de fles eens leeg te halen en er een andere soort in te zetten. Op zolder staat ook een kweek met deze soort en daar zouden ze gewoon bij geplaatst kunnen worden. Maar hoe gaat dat, geen tijd, geen zin, vergeten, etc.
Uiteindelijk had ik op 17 oktober 2022 dan toch echt serieus gepland om de fles aan te pakken.
Spullen op zolder verzameld die ik nodig had en ik ging van start.
Om te beginnen eerst de vijf stukken Cholla cactus hout er uit gehaald en leeg geklopt. Deze zaten bomvol met jongen van ca. 3-4 mm en 1-2 mm lengte. Ook vond ik flinke aantallen volwassen exemplaren. Feitelijk was elke grootte ruim aanwezig.
Zonder het verhaal nodeloos lang te maken... ik ben gestopt met tellen bij 500. En toen moest ik nog een deel van de grond nakijken. Hier vond ik ook nog vele tientallen exemplaren.
Ik houd het totaal op minsten 550 exemplaren.
Enkele conclusies:
- Deze soort (en ik weet zeker dat dit voor heel veel soorten op gaat) doet het prima in een relatief kleine fles/bak/pot. Een laag van minstens 15 cm goed substraat lijkt me een van de belangrijkste voorwaarden.
- Veel afwisseling van voedsel speelt hierin waarschijnlijk een belangrijke rol.
- In de fles bleef de bodem tamelijk vochtig, iets wat voor deze soort van groot belang is. Ik schat dat ik de afgelopen 10-11 maanden 3 of 4 keer een beetje water heb toegevoegd.
- Uiteraard waren er plekken waar het “droog” was, zoals op het schors en de rechtop staande steen. Bovenkant van de fles was nooit helemaal afgesloten. Er was altijd een flinke kier tussen deksel en fles. Zo nu en dan besloeg de fles aan de binnenkant en dan ging het deksel er een paar dagen helemaal af.
- Dit wist ik wel, maar ik werd bevestigd in het gegeven dat A. vulgare ‘magic potion’ een goed houdbare soort is die tegen een stootje kan. En ditzelfde geldt ook voor alle andere kweekvormen van A. vulgare, zoals bijvoorbeeld ‘red’ en ‘albino’.
Zo heb ik op zolder een bak staan met A. vulgare ‘mix’. Die doen het ook razend goed zonder al te veel inspanning.
Het grootste “probleem” was nu: wat zal ik er nu eens in zetten???
Ik heb de fles goed gereinigd en opnieuw ingericht voor Porcellio hoffmannseggi “orange”.
Twee volwassen mannen, een halfwas man en elf dames.
De bak met stukken schors zó ingericht dat de mannen een beetje hun een eigen territorium kunnen opeisen/bewaken.
Dit lijkt het beste te werken bij P. hoffmannseggii. Het zo nu en dan een beetje ruziën met een mannelijke soortgenoot lijkt de voortplanting te stimuleren.
Zal te zijner tijd laten weten hoe het gaat met deze dieren.
De 'fles' ingericht voor P. hoffmansseggi
De standplaats met deksel
De 'fles' ingericht voor P. hoffmansseggi
Na een half jaar of zo liepen er, naast de exemplaren die ik er in gezet had, ook een aantal jongen in de fles. Deze groeiden goed. Enkele vrouwtjes waren inmiddels overleden, maar de rest leek het altijd wel goed te doen.
Een paar maanden verder werd de fles te klein, want de kleintjes groeiden goed. Waarschijnlijk had ik ze best nog een poosje met zijn allen in de fles kunnen laten, maar ik heb toch maar gekozen om ze in een "gewone" bak te zetten. De overplaatsing gaf geen problemen.
Eind 2024 bestaat deze groep nog steeds. Ik schat dat er altijd wel minstens een stuk of honderd in de bak zitten. Het is een probleemloze soort. Dat geld voor al de varianten van hoffmannseggii.
Belangrijkste bij deze hoffmannseggii's is, naar mijn ervaring dat ze veel ruimte en veel klim- en schuilgelegenheid hebben. En in zo'n grote bak (60 x 40 cm oppervlakte en 40 cm hoog) is dat makkelijk te verwezenlijken. Een substraat-laag van ca. 15 cm is genoeg. Aan een smalle kant ligt, over de hele breedte, zo'n 10 cm sphagnum (altijd vochtig). Dit wordt 1 x per week bij warm weer en 1 x per 10/11 dagen in de winterperiode nat gesproeid. De rest van de bak is droog. Er wordt wekelijks een paar handenvol bladeren over de bodem gestrooid. Dit is grotendeels verdwenen aan het einde van de week. Daarnaast krijgen ze wat plakken courgette o.i.d., een flinke hoeveelheid visvlokken en een flinke schep van mijn eigengemaakte droogvoer.
Reactie plaatsen
Reacties