Porcellio laevis "milk back"

 

Algemene informatie over Porcellio laevis

  • Deze soort komt tegenwoordig zo’n beetje overal op de wereld voor. Blijkbaar is P. laevis voor het eerst geregistreerd in Groot-Brittannië in de 13e eeuw. Hoogst waarschijnlijk is de soort ontstaan in Noord-Afrika en van daaruit in Groot-Brittannië terechtgekomen. Komt ook in Nederland voor, zij het dat hij niet algemeen is.
    Zie voor verspreiding/voorkomen in Nederland http://www.pissebeddenproject.nl/
  • Wordt in het wild meestal aangetroffen onder dood hout en/of stenen in vochtige gebieden. Vaak ook in tuinen en rondom boerderijen waar men ze wel aantreft in mesthopen en ook in composthopen. Leeft vaak op plekken waar ook mensen wonen. Dit kan zowel in Noord-Europa zijn als in, bijvoorbeeld, India.
  • Kan tot zo’n 18 tot 20 mm lang worden. De mannen hebben lange, speervormige uropods. Het rugschild is enigszins bol en glad (geen pukkeltjes zoals P. scaber). De natuurlijke kleur is in het wild grijsbruinachtig.
  • Heeft twee paar pleodale longen. Ogen bestaan uit meerdere ocellen (puntoogjes).

 

In de hobby zijn vele variëteiten bekend qua tekening en kleur en deze worden met succes gekweekt.

Zo kennen we op dit moment o.a.


Porcellio laevis “wildtype of black”

Porcellio laevis “orange”

Porcellio laevis “dairy cows”

Porcellio laevis “milkback”

Porcellio laevis “dalmatian”

Porcellio laevis “ghost”

Porcellio laevis “marbled”

Porcellio laevis “white”

 

Hier zullen er ongetwijfeld nog een aantal aan toegevoegd gaan worden in de nabije toekomst.

Porcellio laevis “milk back” vind ik zelf een van de aantrekkelijkste variëteiten. Ze zijn minder spectaculair v.w.b. de kleur en tekening, maar ik vind ze er op een of andere manier "stoer" uitzien en de typische bruine kleur heeft ook zijn charme.

Qua verzorging is ook deze variëteit niet moeilijk in de omgang.

  • Doet het prima bij temperaturen tussen 18 en 26 graden Celsius. (bij mij begonnen ze zich voort te planten bij een temperatuur van 18 tot 20 graden C.)
  • In een goed substraat bevindt zich het nodige voedsel (rottend hout en rottende bladeren); daar doen ze het goed op.
    Echter is het wel van belang om te weten dat deze isopods een grote behoefte hebben aan dierlijke eiwitten (geef je dit niet, dan kunnen ze kannibalistisch gedrag gaan vertonen). Bij mij krijgen ze o.a. vissenvoer, gedroogde vlo kreeftjes, gedroogde visjes, gedroogde garnalen en slangenvervellingen. Zo nu en dan houd ik een dood eendagsmuisje over bij het voeren van de slangen. Hier vind ik niks meer van terug na een nacht. Er is niet veel te bedenken wat ze niet zullen eten, dus experimenteer hier mee.
  • Vergeet niet om het nodige calcium in de vorm van stukken sepia aan te bieden.
  • De bodem heeft bij mij een vochtigheidsgradiënt. Ik gebruik altijd sphagnum aan de vochtigste kant en laat de tegenoverliggende kant enigszins droog worden. Daartussen is het licht-vochtig.
  • Het zijn behoorlijk actieve dieren die graag in groepen, ondersteboven, aan de onderkant van een stuk schors hangen. Zorg dat er voldoende schors aanwezig is. Uiteraard ook zorgen voor een laag bladeren op de bodem. Als schuilplaats en als voedsel.
  • Om de voortplanting te stimuleren hoef je niks extra’s te doen. Als er mannen en vrouwen aanwezig zijn, dan kunnen ze dat prima zelf regelen.
    Toen mijn P. laevis "milk back" en P. laevis "orange" arriveerden (24 stuks halfwas  exemplaren van beide variëteiten) heb ik ze tijdelijk bij elkaar in een bak van circa 40 x 60 cm gezet omdat ik ze na een paar maanden toch weer moest verplaatsen. Ik kreeg ze op 9 januari 2021. Ik liet ze zoveel als mogelijk met rust en ze deden het ogenschijnlijk goed. Vijf weken later zag ik dat er een aantal jonkies onder het schors zaten. De meeste nog wat wittig, maar sommige ook al wat licht oranje.
    Eind februari 2021 heb ik ze uitgevangen en iedere een apart isopodarium gegeven.

    Van de "milk backs" waren er 35 volwassen en bruinige jongen van minimaal 5 mm. Ook waren er nog meer dan 150 jongen die nog wit waren en waarvan ik nog niet kon bepalen of ze "milk back" of "orange" waren. Deze ruim 150 jongen heb ik een aparte bak gegeven met de intentie , wanneer ze op kleur zouden zijn, ze te verplaatsen naar de juiste bak.
    Porcellio laevis "milk back" is een prima beginnerssoort.

Omdat deze soort op het gebied van de voortplanting erg productief is en er blijkbaar

geen interesse voor nakweek is, ben ik met deze soort gestopt.